Soms kan een simpele opmerking je aan het schrikken maken. Dat was vanochtend het geval. Ik had net een heel gezonde huisvrouwenwandeling van tien kilometer achter de rug. In de kou wel te verstaan. Ik verslikte me bijna in mijn senseootje toen één van de flinke wandeldames zei dat ze een nieuw woord had gehoord. Haar zoon had gezegd ‘oh, een laptopmoeder’. Ze had het woord nog nooit gehoord en ze keek erbij alsof ze van het bestaan van zulke moeders nog nooit gehoord had, alsof het over blauwbilgorgels ging. En eerlijk gezegd geloof ik echt dat ze zich niet voor kon stellen dat er zulke moeders zijn.
Oei, en ik denk dat mijn man en mijn zoon meteen begrijpen wat er met een laptopmoeder bedoeld wordt. In dit huis zit er namelijk iedere avond een moeder achter de laptop. Dat ben ik. Ik doe dan van allerlei nuttigs. Ik houd mijn sociale contacten bij. Ik weet bijvoorbeeld via Facebook dat een vriend een nieuw paard in zijn stal heeft staan, dat een vriendin van mijn schoonzus heel leuke Valentijnpresentjes heeft gemaakt. Als ik ze dan binnenkort ontmoet, kan ik vragen of het paard al gewend is en of de vriendin van de schoonzus nog meer leuke Valentijnpresentjes heeft gemaakt. Aardig toch? Maar ik volg ook onderwijsblogs, ik lees mijn werk- en mijn privémail, maak huiswerk en last but not least, ik schrijf zo nu en dan ook nog een verhaaltje op mijn laptop.
Maar toch blijft dat ‘laptopmoeder’ bij mij hangen. Het klinkt gewoon niet leuk. Maar ja, hoe zou ik dan wel omschreven willen worden? ‘Koekjesbakmoeder’ misschien? Dat klinkt wel heel gedateerd, dan zou het ‘cupcakejesmom’ moeten zijn. Maar daarbij word ik acuut vermoeid. Ik heb één keer in mijn leven cupcakejes avant la lettre gebakken voor een verjaarsdagstraktatie. Bovenop plakten we smarties. Als ik in die tijd Facebook gehad zou hebben, had ik daarvan vast een foto op mijn tijdlijn geplaatst. Nu zit die foto in een vergeeld plakboek. Was allemaal best leuk, maar toch niet helemaal mijn ding
Wat is dan wel mijn ding? Eerlijk gezegd vind ik dat moeilijk te zeggen. Vroeger werd er altijd gevraagd ‘wat is je hobby?’ Dan zei je bijvoorbeeld ‘postzegels verzamelen’. Dat was een echte hobby. Ik had een buurman die daarvoor allerlei beurzen afging en uren gebogen over zijn albums zat. Maar hobby’s kosten tijd. En dat is een probleem. Tenminste voor mij. Ik mag graag fitnessen, maar ook omdat dat me welgeteld één uurtje zweten kost per keer. Lekker efficiënt en ik heb meteen een opgeruimd hoofd daarna. Dat vind ik dus geen hobby. Het woord hobby komt in mijn vocabulaire niet meer voor. Ik schrik weer van mezelf. Ik mag dus wel een hobby hebben, maar het moet niet nuttig zijn en moet veel tijd kosten. Jannet, laat je nakijken!
Ik neem een besluit. Ik ga straks na het fitnessen lekker achter mijn laptop zitten. Maar niet nadat ik koffie heb gedronken met een stuk appeltaart. Een appeltaart die gebakken is door mijn man. Ik heb namelijk een echte ‘appeltaartman’ in huis. Op de meest onverwachte momenten wil hij appeltaarten bakken. En ik zal hem niet tegenhouden. Terwijl hij bakt, schuif ik lekker met een laptopje bij hem aan in de keuken. Wie weet vind ik nog een leuk onderwijsartikeltje of schrijf ik nog een verhaaltje over de hedendaagse appeltaartman. Nee, laat mij maar lekker een laptopmoeder blijven. In combinatie met een appeltaartman komen daar mooie dingen van, raban raban raban.
Met dank aan een flinke wandelvriendin, mijn man en Cees Buddingh.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten