zondag 14 juni 2015

Assepoestercomplex

Ik houd van haar. Niet in de laatste plaats omdat ze net zo heet als mijn oudste dochter en als het eerste vriendinnetje van mijn kleine broertje. Maar ik houd ook van haar omdat ze gewoon leuk is. Op zaterdagochtend word ik wakker met Mieke. Ik ben ooit eens wakker geworden met Ron Brandsteder. Ik zat meteen rechtop in bed. Maar als je met Mieke wakker wordt, zoem je eerst nog even lekker door en merkt dan dat ze eigenlijk hele leuke dingen zegt. Wakker worden is dan geen probleem meer. Ook rijd ik ´s morgens vroeg heel easy met Mieke naar school. Klassiek muziekje erbij, klein interviewtje met wat aarzelend gestelde vragen, tikje humor. Van alles net niet teveel en precies genoeg om met een tevreden hoofd achter een Deense vrachtwagen te blijven hangen. Deense vrachtwagens rijden, om voor mij duistere redenen altijd zestig kilometer per uur. Maar met Mieke erbij is dat geen enkel probleem.

Het zal ondertussen duidelijk zijn dat het om Mieke van der Weij gaat. Ooit was ze presentatrice bij De rijdende rechter. Dat doet ze nu niet meer. Ze heeft het recht van overpad ingewisseld voor Albinoni en consorten. Geen gekke ruil. Ik val overigens ook wel eens in slaap met Mieke. Dan verzorgt ze het oog. `Het oog op morgen´ bedoel ik, u weet wel, die van ´noch eine zigarette und ein letztes glas im stehen´. Heerlijk indommelen is het met Mieke.

Maar vandaag hoorde ik, vlak voordat ik mijn huis uit ging om te gaan shoppen, midden op de dag, Miekes stem op de radio. Ik stond meteen stil. Ik wilde weten wat ze op dit tijdstip te missen had. Ze had het over grote voeten en haar persoonlijke assepoestercomplex. Ik dacht 'hoe kun je nou over grote voeten een complex hebben'? Ik heb kleine voeten en koop bij voorkeur een maatje groter. Maar ik moet eerlijk zijn, ik heb geen complex over mijn kleine voeten. Dan zijn er wel andere zaken waar ik een complex over heb. Ik zal niet alles breed uitmeten hier, maar ik wil wel zeggen dat ik op het punt stond om een hachelijke tour te gaan ondernemen. Ik ging namelijk naar de stad om een jurkje te kopen. Een jurkje! In geen tien jaar heb ik voor mezelf een jurkje gekocht. Ik dacht dat voornamelijk mango-meisjes jurkjes kochten. Van die meisjes die in maatje 34 passen. Bij Mango heet dat dan maat 40. Kun je je voorstellen hoe dat voelt als je een maat 44 of nog erger maat 46 zoekt. Dat gaat nooit niet lukken.

Maar ik had om me heen gekeken en zag toch steeds meer dames van mijn postuur die zich in een jurkje hadden gehuld. Ik had mezelf eens streng toegesproken. ´Jannet, laat je niet kennen, vandaag ga je naar de stad op zoek naar het ultieme jurkje´.

Tja, en dan hoor je die superslanke Mieke van der Weij over het ‘assepoestercomplex’ praten. Mijn complex is het point of no return. Kent u dat? Vroeger had je dat met die super strakke broeken waarvoor je eerst languit op je bed moest gaan liggen om de rits over ‘het point of no return’ te kunnen trekken. Maar ik ben bang dat mijn point of no return ook een punt is bij het ultieme jurkje.

Ik stel me zo voor dat ik alleen in een klein pashokje sta. Daar heb ik al snel gemerkt dat het gordijn voor geen meter sluit en dat de echtgenoot van een andere jurkjespassende vrouw op een poef recht voor mijn hokje zit te wachten. Ik ga zoveel mogelijk in het uiterste hoekje van het hokje staan, daar waar het gordijn wel sluit en begin mijn trui uit te trekken. Even twijfel ik of mijn broek ook uit moet, maar ja, dat moet wil je goed zien of het jurkje een beetje zit. Waar ik dus bang voor ben is het moment dat ik met veel moeite het jurkje over mijn hoofd en schouders heb getrokken en dan niet verder kan. Niet naar boven, niet naar beneden met de hele handel. Het point of no return. En als het gelukt is, durf ik dan het hokje uit?

De echtgenoot zit natuurlijk nog steeds op de poef terwijl zijn vrouw het pashokje in en uit wipt.

Ik waag het erop. Met een ruk schuif ik het gordijn opzij. Dit is mijn ultieme point of no return. Ik kan niet meer terug. Ik doe dapper een paar stappen de winkel in op zoek naar een passpiegel. Natuurlijk moet ik in het jurkje de hele winkel door. Dan komt daar met een blij gezicht de verkoopster aan. Ze houdt haar hoofd scheef en zegt ‘En?’ Ja, wat ‘en’? In geen tien jaar een jurkje aangehad en daar sta ik dan en zie voornamelijk mijn witte winterbenen met twee verschillende sokken onder het jurkje uitsteken. Kan ik nog terug? Dan haal ik diep adem en kijk nogmaals in de spiegel. This is your point of no return Jannet! ‘Doen´? vraag ik aan de verkoopster. ‘Hij staat prachtig, zegt ze, helemaal uw modelletje’. Joehoe, mijn ´modelletje’, zegt ze. Wat zou mijn Peter zeggen? ‘Je bent helemaal mijn modelletje?’ Ik zie het, inderdaad, helemaal mijn modelletje. Ik bekijk me zelf nog eens in de spiegel. Geen weg terug, dit jurkje gaat mee naar huis.

’s Avonds is mijn prins op het witte paard trots op zijn Assepoester in het leuke jurkje. Maar al snel maant hij mij tot stilte. ‘Het oog op morgen’ gaat beginnen. Ik ga naast hem op de bank zitten en zachtjes dommel ik tevreden in. En ik droom van Deense vrachtwagens, recht van overpad , een klerenkast vol leuke modelletjes en honderd linker glazen muiltjes in maat 42.

Met dank aan Mieke.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten