eens dat dit zóó jaren vijftig was. En misschien ben ik dat ook wel. Kalendertechnisch ben ik zóó jaren zestig. Ik weet nog dat mijn moeder in die tijd koopzegeltjes van de pas geopende en toen nog hypermoderne Albert Heijn kocht. En oh, wat was ze blij toen ze na jaren geduldig sparen een wonder van droogtechniek in haar tuin plantte. Een droogmolen! Niemand had nog zo’n ding, maar mijn moeder had hem. Dankzij de zegeltjes draaiden nu maandags de schoon gewassen lakens vrolijk hun rondjes in onze tuin.
Sinds de droogmolen is het zegelplakvirus aan mij blijven kleven.
Ik zit al jaren iedere vakantie op terrasjes Spritzen te drinken van mijn zorgvuldige opgespaarde zegeltjes. Het verschaft mij meerdere genoegens. Ten eerste is er de zelfoverwinning. Ik kan namelijk een jaar lang, ja een jaar lang, zegeltjes plakken en niet inwisselen. Ik kan kennelijk dat geduld opbrengen, omdat het mij op termijn een mooie beloning verschaft. Ik vermoed dus dat ik als kind glansrijk de marshmallowtest had kunnen doorstaan en dat is geen gek gevoel. Ik weet niet of mijn omgeving dit vermoeden met mij deelt.
Het volgende genoegen is vreemd genoeg het inplakken van de zegeltjes. Ik heb daar inmiddels een heel slimme techniek voor ontwikkeld. Iets met een schoteltje en een vaatdoek. Het werkt fantastisch. Al heb ik na zeven boekjes zegeltjes plakken ook wel eens een lichte spierpijn geconstateerd. Maar je moet er wat voor over hebben he? Al weer een vorm van doorzetten! En als dan na anderhalf uur scheuren en plakken daar die kleddernatte bobbelige boekjes liggen, ben ik wel heel blij en kan dan. ook niet wachten om de bedrijfsleider van de Albert Heijn te bellen met de boodschap dat ik er nu aan kom om mijn boekjes om te wisselen in klinkende munt. Je moet altijd even bellen, want anders hebben ze niets in kas. Gek he?
En dan nog dat onuitsprekelijke genoegen als je het gesealde plastic zakje met die paar honderd euro schielijk in je tas laat glijden, terwijl er voor je geestesoog terrasjes, spritzen, salades, broodjes en dergelijke opdoemen.
Maar nu heeft AH voor de tweede keer een leuke zegelplakactie. Even voor de duidelijkheid, ik spaar nooit voor handdoeken, vershouddozen en theeglazen. Dat vindt ik zóó jaren negentig. Om terug te komen op die andere actie. Er zijn nu restaurantzegels. Ik wist niet hoe snel ik naar AH moest gaan om boodschappen te halen. Ik denk dat ik de afgelopen tijd wel voor tien restaurants ingeslagen heb en heb zo heel wat zegels gescoord! Er is namelijk bij mij een sterk jarenvijftiggevoel opgeborreld. Uit eten gaan is misschien niet zo van die tijd, maar het gevoel dat je zuinig bezig bent als je maar voor één bordje hoeft te betalen, terwijl er twee op tafel staan, komt daar toch wel in de buurt. Ook is een zekere opbouwgedachte mij niet vreemd. Al weet ik niet helemaal zeker of deze actie het horecawezen een echte boost geeft. Maar ik sus mijn geweten met de gedachte dat wanneer je voor de tweede keer deze zegeltjesactie op touw zet, er toch wel enig voordeel voor deze beroepsgroep aan vast moet zitten.
Ondertussen begin ik wel wat twijfels over de marshmallowtest te krijgen, want ik zit nu te plakken en ik wil nu reserveren en ik wil nu uit eten. Nu! Maar ik moet sterk zijn. Ik heb namelijk op het aanrecht twee gehaktballetjes staan die ik vanochtend uit de diepvries gehaald heb. Dit in het kader van zuinigheid, van-na-de-oorlog-gooien-wij-geen-eten-weg en gemakzucht. Die balletjes gaan we eten vanavond, samen met een kliekje aardappels en sla. Zóó jaren vijftig, maar eigenlijk ook zo lekker. Dat uit eten gaan komt nog wel. Ik ga straks even de proef op de som nemen. Ik ga naar onze buurtsuper en kijk of ik de marshmallows kan laten liggen.
Ik geloof dat de restaurantzegelactie nu ongeveer is afgelopen. Helaas. Ik stort me weer vol goede moed op de blauwe sliertjes spaarzegels en mijn voorpret is begonnen. Nog een klein jaar en dan begint de terrasjespret weer.
Zegeltjes, zóó jaren vijftig? Voor mijn part, maar ik kan niet anders zeggen dan dat het fantastisch is!