vrijdag 29 juli 2016

reisgidsje

Ik beschouw mezelf doorgaans als een gelovig mens. Maar zo nu en dan krijgt dat geloof wel een knauw. En daar heb ik deze vakantie last van. Gisteren was het zo’n dag. Het begon weer bewolkt. Vreemd genoeg was de tent wel helemaal droog. Peter beloofde naar de receptie te gaan, want daar is WiFi, om te kijken wat Yahoo voor weer voor ons in petto had. Hij kwam opgetogen terug en zei dat het om twee uur zonnig zou worden. Om twee uur! Op dit moment waren de Pyreneeën nog volop in nevelen gehuld. Vooruit, eerst nog maar wat lezen dan, ook nooit slecht voor een mens.
Maar om tien  voor twee was er nog niets veranderd. Mijn vader geloofde vroeger heilig in wat Piet Pelleboer ons via de wereldomroep beloofde. In Nederland hebben we nu een andere weerpiet, daar geloof ik al wat minder in en hier moeten we het doen met Yahoo. Ik geloof er helemaal niets meer van.
Volgens Peter stond in het reisgidsje dat hij in de uitverkoop had gekocht, dat het aan de andere kant van berg mooi weer is. Geloofde ik dat? Volgens mij is geloven ook voor een groot deel het erop wagen en dus stapten we in onze onderkoelde grotemensenauto om te zien of aan de andere kant, Spanje dus, de zon scheen.
We slingerden in onze auto door dalen en langs hellingen. De varens stonden manshoog in de berm. Zo nu en dan kwamen we  langs een bordje dat ons waarschuwde voor overstekende pelgrims. Dat leek mij overigens erg vreemd, want links van de weg ging de helling loodrecht naar beneden en rechts ging hij loodrecht omhoog. Het werd stiller en stiller. We passeerden in een bocht een roestige en uitgebrande transportbus die ook nog eens met graffiti ondergespoten was. Het ontlokte Peter een betoog over Basken, ETA en het terrorisme in het bijzonder. Heel interessant en net als in zijn verhaal, scheen er nog steeds geen zon in dit verlaten land.
Maar Peter had zin, heel veel zin, want we gingen naar Roncevalles. Al zijn historische en literaire gevoelens vierden hoogtij. Dat was de plek waar bisschop Tulpijn voor Karel de Grote de Saracenen de pan in hakte.Er volgde nogmaals een uiteenzetting van Peters kant. Hij vertelde hoe de bisschop al bloedend links en rechts de vijand neerstak en hoe Roeland, ja die van het Roelandslied, op de tand van een olifant blies en dat Karel uit het verre Aken hem bliksemsnel te hulp schoot. Ja, alweer een kwestie van geloven. Peter is daar beter in dan ik, denk ik. Maar het was een mooi verhaal, dat wel. Een verhaal dat in deze sombere bergen uitermate goed past bij een knappend haardvuur.
Op de pas van Roncevalles was het mistig en winderig, maar toen we tweehonderd meter doorgereden waren, was daar het wonder! De zon! Werkelijk in Spanje scheen de zon! Het reisgidsje van Peter had gelijk. Niks mis met de uitverkoop en ik  zou van puur geluk weer in Sinterklaas gaan geloven. Ik wist een ding zeker. Morgen gaan we naar Spanje.Dat is goed voor mij. Daar word ik weer een gelovig mens van, althans voor wat betreft reisgidsjes.
Op dit moment zit ik dus te typen bij de receptie en Peter bestudeert voor de tent Spaans reisgidsje. Dit lijkt me een prima verdeling en ik weet het zeker. Morgen wagen we het erop. Sinterklaas, here we come!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten