vrijdag 10 augustus 2018

Kampeerwijsheid

Wij zijn er deze vakantie achter gekomen dat ook het kampeerdersleven zijn tegeltjeswijsheden heeft. Als wij thuis zijn en iemand zegt ‘Ik zeg altijd maar zo…’, dan wordt ie ogenblikkelijk aangevuld met ‘je kunt nooit genoeg stopcontacten hebben’. Een waarheid als een koe. Tijdens een verbouwing van ons huis, lang, lang geleden werd deze wijsheid door een belangstellende toeschouwer gedebiteerd. En we hebben deze wijsheid meteen omarmd, niet wetende dat 20 jaar later, in tijd van een niet aflatende stroom van opladers, dit maar al te waar is.
Maar zo heeft ook het kampeerdersleven zijn tegeltjeswaarheden. Bij voorbeeld ‘iedere tent heeft zijn valse haring’. Als u wel eens uw voet opengehaald heeft aan een haring weet u meteen wat hiermee bedoeld wordt. Of ‘Als je slaapt voel je pas of je recht staat’. Ik heb net buren met een caravan drie kwartier zien worstelen om hun onderkomen waterpas te krijgen. Op een gegeven moment was ik bang dat ze het gevaarte zover achteruit zouden duwen dat hij in onze voortent terecht zou komen. En ik dacht, ga er toch gewoon een nachtje over slapen. Onze tent stond sneller dan die ene caravan.
Wij hebben er deze vakantie een wijsheid bij, waarmee ik nu, twee weken later, nog steeds blij ben. Als u ook kampeert moet u nu goed opletten, want het kan u teleurstelling en een heleboel euro’s schelen als u deze wijsheid ook tot de uwe maakt. Ik zal het vertellen: JE KUNT NOOIT GENOEG GEDULD MET EEN CAMPINGKOELBOX HEBBEN. Ja, lees hem nog maar eens over.
Wat was het geval. Wij zijn jaren geleden van de emmer water met natte handdoek overgestapt op zo’n vierkante elektrische koelbox. Vanaf dat moment hadden wij ook elektriciteit in de tent en dat is nu, in het kader van ‘ je kunt nooit genoeg’ en die eindeloze hoeveelheid opladers ook handig.
Wij blij met die koelbox, meer bepaald met de gekoelde biertjes aan het eind van de middag in het snikhete Frankrijk. Maar op een dag legde Peter zijn hand op het rooster van het geval. Verschrikt keek hij mij aan en hij constateerde dat de ene helft een beetje warm was en de andere helft helemaal niet. Toen de hij de klep open deed bleek het bier lauw en de kaas lag te zweten.
Ik ging ogenblikkelijk het internet op, want als Peter zo’n probleem tegen komt, denkt hij meteen dat het niet te repareren valt. Ergo, alles gaat mis. En dat moeten we niet hebben. Ik las veel over diverse koelboxen en er ging een wereld voor me open. Maar de grootse eye-opener voor mij was dat het op de kop zetten van het apparaat de oplossing kon zijn. En, niet te vergeten, het vervolgens waterpas neerzetten. Hoe moeilijk kan het zijn.
Het was meteen een goede reden om kledderige kaasjes, dooie mieren en vieze papiertjes uit het apparaat te verwijderen. Na een nacht kopstand, sloten wij de koelbox weer aan. Helaas, niente, nada. Hij koelde nog niet. Nee Peet, we geven het niet op, zei ik. Hij gaat nog een nacht op zijn kop. En inderdaad, na nog een nachtje op de kop koelde hij weer als vanouds. Met een fles wijn controleerden wij of hij waterpas stond. Perfect! En toen sprak Peter ‘s middags, terwijl hij zijn gekoelde blikje bier tevreden leeg goot in een limonadeglaasje de historische woorden ‘je kunt nooit genoeg geduld hebben met een campingkoelbox’.
Ik denk dat we deze erin houden. Maar nu gaan we eerst slapen. Redelijk waterpas. Geen probleem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten