Het is heet. Werkelijk snikheet. We zitten voor de tent, in de schaduw, maar ondanks kleine zuchtjes wind blijft het heet. Ik hoor zelfs geen krekels op dit moment. Op het campingtafeltje voor mij staat een leeg blikje Aldibier. Het is een blikje van een halve liter. Deze vakantie zijn we geruisloos overgestapt op de halve liters. Het is hier ’s middags om vijf uur ook zo ontzettend warm, dat dat volgens ons genoeg reden is voor een half litertje bier.We hebben per slot van rekening voor vijf uur ook al heel wat vocht verloren en dat dient aangevuld te worden.
Ik vind dat er ook nog wel iets gezelligs zit aan dat halve litertje. Wij hebben slechts twee glazen bij ons en die hebben een wat trieste inhoud. Maar dat betekent meteen wel dat je jezelf vier keer kunt inschenken. Peter vindt dat ook gezellig. Dus dat halve litertje houden we erin. Een blikje per middag dan wel te verstaan he. Je moet namelijk ook nog in een rechte lijn naar het toiletgebouw kunnen lopen.
Voordat het vijf uur was hadden we er al een heel programma opzitten.We zijn zo zuidelijk getrokken dat de Middellandse zee bijna een ‘must’ geworden is. En zo togen wij naar zee. Het was wel even zoeken. Peter had de nodige discussies met onze Lucy. Zij stuurde ons langs allerlei kleine weggetjes en onder vreemde tunneltjes door. Peter wilde daarom bijna het vertrouwen in haar opzeggen. Het opzeggen van vertrouwen in degene die leading is kost uiteindelijk meer tijd weten wij uit de politiek, dus opperde ik dat Lucy een dubbele agenda had. Misschien wilde zij ons niet alleen van A naar B leiden, maar ons ook nog een toeristische route voorschotelen. Peter vond het flauwekul en snoerde Lucy resoluut de mond en zette een fijne cantate van Bach op. Hij wendde het stuur en voor we het wisten zaten we op de snelweg en reden wij in volle vaart richting de kust. Met Peter en Bach kom je nog eens ergens.
Het was nog best vroeg, maar het strand was al aardig vol gepoot met wat mijn zwager onbenullige parasolletjes noemt. Hij is nog van de straffenoordzeewindschermen en heeft niet in de gaten dat hier de zon een groter probleem is dan de wind. Maar ook ik moet niet aankomen met een parasolletje, omdat Peter met hetzelfde sop is overgoten als zijn broer. Luctor et emergo, zelfs in de brandende zon. Je bent Zeeuw, of je bent het niet he.
Het water was heerlijk, maar we vonden het allebei geen echte zee. Geen golven, geen eb en vloed, geen kwallen, geen schelpen. En als je dan geen parasolletje hebt ben je na een uurtje ook wel weer klaar met de hele heisa. Ja hoor, het was best leuk, maar we hadden veel zin om terug te gaan naar de tent, naar de camping, naar een campingkoelboxgekoeld half litertje bier. Want ja, het was heet. Snikheet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten