donderdag 1 augustus 2019

Feestverlichting

                                                                          
Wat zitten we hier toch heerlijk op de camping. Het Nederlandse gezinnetje met twee kleine meisjes is tot rust gekomen. Vader heeft gisteravond in zijn eentje de  nieuwe tent op moeten zetten. Toen die eindelijk stond, na nog een keer verplaatsen, want op een kuil, begon voor de twee kleine meisjes de grote pret. Ruim anderhalf uur lang deden ze niets anders dan gillen en stoeien op hun net opgeblazen luchtbedjes. Het mocht niet baten dat moeder in wanhoop ‘f*ck ,hou nou eens op’ uitriep. Het spul raasde gewoon lekker door.
Beneden ons, we zitten op een prachtige glooiende terrassencamping, zat een uitgelaten Duits gezin verzameld rond een biertafel. Dat riep bij ons meteen herinneringen aan vroeger op. Zo gingen wij ook ooit weg. Ook met een biertafel en een flink aantal pubers en kleintjes. Dat lijkt wat veel, was het ook, maar we gingen met twee gezinnen en kwamen zo uit op een aantal van negen kinderen. Met terugwerkende kracht vroegen wij ons af of wij met zijn allen ook zoveel herrie produceerden. Oei oei…
En toen we besloten tot enige romantiek en ons stormlampje aan deden, floepte er tegenover ons de feestverlichting aan. Hiervoor zaten we op een camping waarop om ons heen iedereen bedacht had zijn voortent te pimpen. Zodra de zon ter kimme neigde werd alles rondom ons verlicht door gekleurde bolletjes, gloeilampjes, priklampjes en wat je nog meer bij de Action kan kopen. Op een gegeven moment draaide iemand een lichtslang om een boom. Een overbuurman begon spontaan ‘de herdertjes lagen bij nachte’ zingen. En dan te bedenken dat iemand thuis al bedacht heeft datie dat in zijn koffer moet stoppen.
Het hedendaagse kamperen is op meerdere fronten wel even wennen.
Maar nu, nu is het geweldig. De buurmeisjes zijn tot bedaren gekomen, de Duitsers aan het fietsen en van feestverlichting is geen sprake. Het zonnetje schijnt heerlijk, straks eten we een stukje stokbrood en gaan we Plaatsje Bekijken. Ik verheug me nu al op vanavond. De meisjes zullen doodmoe in slaap vallen vanwege slaaptekort. De Duitsers hebben flink gefietst en zullen ook wel moe zijn en ik ga in mijn stoeltje gewoon met de rug naar de feestverlichting zitten, terwijl Peter het stormlampje aan steekt en een Frans worstje in dunne plakjes gaat snijden.
Man man, wat is kamperen toch fijn.

zaterdag 27 juli 2019

The day after

Nou, hij kwam niet. De bui waarvan je zeker wist dat hij zou komen kwam niet. Als ik kijk naar de haringen die we extra in de grond hebben geslagen, de bruine dewaardstokken, de keurig afgespannen varioluifel, de opgeklapte stoeltjes, dan voelt dat toch net zo genant als een stijlfoutconstructie in een koningsdaglied. Alles krekelt hier nog net zo als gister overdag. Steven Kruijswijk peddelt er al weer flink van tussen in de Tour. Hij ruikt een podiumplek. En Peter heeft  zijn dagelijkse ochtendduik in de Drome genomen. Alsof er niets gebeurd is, geen hagel, geen modderstromen.
Daar zitten we nu met ons goede gedrag. We hadden zo graag donner en wetter willen doorstaan met die heerlijke dewaardkipcombinatie.
Dat laatste woord klinkt een beetje als een Knorr wereldgerecht. Het huppelt net zo lekker over je tong als kiptandoori. Oe, dat zou lekker zijn! En dat is meteen wat ons over onze teleurstelling heen helpt. We gaan doen wat we tot nu toe nog niet echt hebben gedaan. We gaan naar de hypermarchee. Lekkere dingen kopen, lekker troostkopen. Ik zie aan het hoofd van Peter waar hij zijn zinnen op heeft gezet. Ooit kocht hij een prachtig gedroogd hammetje. En die was duur. Maar hij vindt dat hij die vandaag als troost wel mag kopen.
En wat zal ik kopen? Ik duw de rode kar de koele winkel in. En dan zie ik het. Ik zie de pan waarvan je niet wist dat ik die zou kopen. Want helemaal niet nodig. Al kun je er wel prachtig eitjes in bakken. En hij is mooi klein, past heel goed in het onderste kastje van onze KIP. Ik voel dat ik hem moet kopen. Net zoals de zakken chips en de wijn en wat dies meer zij.
En nu zitten we voor onze KIP. Het is benauwd geworden. Er trekken wolken zich samen boven de camping. Je voelt dat er iets in de lucht hangt. Zou hij toch nog komen, die bui? Ik hoop het, want dan gaan we gezellig eitjes bakken en wat peuzelen van de ham die Peter uitgekozen heeft.
Ik heb er nu al zin in. Man man, wat een vooruitzichten.


vrijdag 26 juli 2019

Varioluifelgeluk

Man, man wat ben ik tevreden. Om me heen klinkt het geluid van hamers op haringen.
Campingstoelen worden ingeklapt en geimproviseerde schaduwdoeken worden in sneltreinvaart ontmanteld. En Peter is druk. Er is namelijk slecht weer op komst. Vanmiddag moest de Tour al stoppen vanwege hagel en modderstromen. En nu lijkt het erop dat wij ook het een en ander kunnen verwachten. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik zin heb!
Na alle gemak van onze KIP had ik gewoon behoefte aan het afspannen van onze varioluifel. Ik wilde haringen dieper in de grond slaan, scheerlijnen strak zetten, kissebissen met Peter over de hoogte van onze tentstokken.
En nu is Peter druk. Ik werd zelfs helemaal gelukkig toen hij op enig moment met onze vertrouwde bruine dewaardtentstokken kwam aanzetten. Die had hij toch nog op het laatst snel in de caravan gerommeld. Je kunt nooit weten. En als je met deze stokken al diverse stormen doorstaan hebt, dan weet je zeker dat ze goed zijn.
En nu is het afwachten De varioluifel is inmiddels adembenemend strak afgespannen en onze KIP staat rustig op zijn pootjes te wachten op dat wat komen gaat. Alsof ze wil zeggen, waar maken jullie je druk om. Ik besta al 85 jaar en daar is heus al eens een storm overheen gegaan. Dit stormpje overleven we samen ook wel.
En dat geloof ik direct. Ik kan bijna niet wachten tot het donker is. En dan onder het tentdoek zitten en wachten tot de eerste druppels vallen en wind aan de scheerlijnen rukt. Dan zullen we elkaar aankijken, het glas heffen en constateren dat we blij zijn met onze poedergroene KIP met dewaardvarioluifel. Daarna zullen we als roosjes slapen in onze 85-jarige.
Een caravan, het was even wennen, maar man, man wat ben ik tevreden.


zaterdag 1 juni 2019

Binnenkomer


Die kwam toch wel binnen vanochtend. De jonge moeder had gezegd wat ik zelf jarenlang gedacht
heb. Nog het echte kamperen hè. Dat zei ze. Nog het echte kamperen…
Ze zei het nadat ik verondersteld had dat zij in dat leuke donkergroene tentje aan de overkant van het veld stond.
En ik deed wat ik niet wilde. Ik zei, we weten er alles van. Tot voor kort kampeerden wij ook in een tent. Ik keek haar er veelbetekenend bij aan. Zo van, verbeeld je maar niks hoor. Ook wij kropen over de grond op zoek naar sokken, ook wij hesen ons aan de tentstok omhoog na een nachtlang wiebelen op een luchtbed en ook wij genoten van de zelfredzaamheid, van de zelf gecreëerde eenvoud.
Maar ja, nu hebben wij ons geschaard onder de sleurhutsleurders. En terwijl ik dat schrijf vind ik dat dat geen recht doet aan ons prachtige KIPJE. Tot nog vorig zomer waren wij orthodoxe dewaardkampeerders. Wij voelden ons decennia lang zeer thuis in de enige-echte-ware-tent die alle stormen kon doorstaan. Wat er nu precies gebeurde met ons geloof kan ik niet zeggen, maar voordat wij er erg in hadden vielen wij er deels van af. En wij kochten een caravan.
Nee, niet zomaar een caravan. Een KIP. Mooi, poedergroen, zonder gordijntjes, maar met wc. Maar wij lieten het enige-echte-ware-tentgeloof niet helemaal achter ons. Wij vielen voor deze KIP ook vanwege de prachtige De Waard varioluifel. Net zo een als waaronder wij jarenlang voor onze Albatros aan het eind van de middag ons gekoelde biertje hadden gedronken.
En nu kijk ik van onder mijn varioluifel, naar dat groene tentje aan de overkant. De jonge moeder is met haar twee dartele jongentjes vertrokken. Waar zou zij zitten over over vijfentwintig jaar? Zou zij nog echt kamperen? Misschien heeft zij dan wel een camper. En misschien veronderstelt zij dan wel als wij elkaar tegen komen dat wij in dat leuke poedergroene caravannetje zitten. En ik weet wat ik dan ga zeggen.
Ja, nog het echte kamperen hè.
En die komt vast binnen.

zondag 10 maart 2019

Doeslief

Ja, dat is de naam die SIRE bedacht heeft voor een nieuwe campagne voor ons Nederlanders. Ik weet niet
hoe het u vergaat, maar ik krijg op een bepaalde manier kriebels van deze naam. In de eerste plaats rijmt het vreselijk op poeslief. En bij poeslief denk ik toch echt aan huichelen. Aan zeggen dat iemand er prachtig uitziet, terwijl je net bij jezelf opgemerkt hebt dat de kleur van het vest iemand op een bedorven vaatdoekje doet lijken. Nee, poeslief heeft een nare bijsmaak.
En verder is doeslief natuurlijk beroerd geschreven. En als je uit het onderwijs komt houd je daar niet van.
En ten derde denk ik bij een door de overheid gesubsidieerde campagne ook nog eens aan het acteren van de overheid herself. Hoe lief is de overheid zelf? Hoe ruimhartig is onze overheid ten aanzien van ontheemden en mensen die moeite hebben zich op wat voor manier dan ook staande te houden in onze maatschappij, in deze wereld. Ik heb daar zo mijn vragen bij.
En vandaag kom ik in de kerk en daar gaat het ook over doeslief. Wat moet ik hiermee.
Volgens mij ben ik best lief voor anderen. Al merk ik wel dat ik me bij het schrijven van dit verhaaltje in moet houden. Zo lief ben ik uiteindelijk niet en dat weet ik maar al te goed. Ik ben niet zo’n pareltje. En met elkaar zijn we in de kerk ook geen mooi parelsnoer, dat weten we allemaal. Maar daarvoor gaan we dan ook naar de kerk.
In de kerk zoek ik een God die groter, vele malen groter is dan ikzelf ben.  Die vele malen groter is dan het woord ‘lief’ kan uitdrukken. Daar zoek ik een God die mij leidt naar het grote Mokum. Daar waar vrede en gerechtigheid hand in hand lopen in de ochtendzon. Dit laatste heb ik niet van mijzelf. Ik vond de zin ergens en heb hem in mijn hart gesloten. Het spreekt over een God van recht. Van rechtvaardigheid. En dat is wat we nodig hebben in deze vaak zo onrechtvaardige maatschappij, in deze vaak zo onrechtvaardige wereld.

Nee ‘doeslief’ is een zouteloos, gemakkelijk verzoek aan ons Nederlanders, aan ons kerkgangers. ‘Wees rechtvaardig’, dat lijkt mij meer een opdracht aan ons. Dat gaat dieper en is ook niet altijd lief. Dat is veel moeilijker, maar als we het doen dan lopen vrede en gerechtigheid misschien nu al hand in hand in de ochtendzon. Een klein beetje Mokum op deze wereldbol.

vrijdag 8 maart 2019

Internationale Vrouwendag

Soms heb je een kort gesprek met iemand gehad en daarvan is de echo sterker dan het gesprek zelf. Ik
had dat nadat ik met mijn leidinggevende gesproken had. Zij gebruikte het woord ‘afromen’. Ik lever mijn leven lang al een kleine strijd tegen overgewicht. Misschien kun je afvallen ook wel vergelijken met afromen. Het overtollige vet moet eraf. Dat is logisch, want overtollig vet heb je niet nodig. Het kan voor allerlei lichamelijk ongemak en zelfs nog erger zorgen.
In dit verband ging het over mij. Niet dat zij mij wilde afromen, maar ik bleef er over kauwen en ik werd er niet vrolijker van. Over een week ben ik 58. Een gegeven waar ik op dit moment zo nu en dan last van heb. Ik kijk regelmatig terug op mijn onderwijsleven. En dat is inmiddels best lang. Ik heb veel gewerkt, heb veel kinderen gezien, veel collega’s gehad, veel ouders gesproken, opleidingen gevolgd en expertise opgebouwd. Ja, en ik heb een LB-schaal.
En dan valt opeens het woord ‘afromen’. Kennelijk hoor ik in die categorie. Ik mag nog hopen dat dat financieel ingegeven is, al voelt ook dat waardeloos. Ooit was de LB-schaal de prikkel tot ontwikkeling. Nou is de ontwikkeling er en behoor je tot de overtollige room. Of is de expertise die je hebt opgebouwd opeens van geen waarde meer.
Dan klinkt er nog een echo. Ik moet terugdenken aan 1984. Ik was in december 1983 getrouwd. Van het schoolbestuur mocht ik de cursus afmaken, maar dan moest ik toch echt ontslag nemen. Want getrouwd. Dat Peter geen werk had telde niet mee. Ik wilde geen ontslag nemen. Maar het bestuur bleef aandringen en kwam zelfs bij mij thuis om mij dat nogmaals duidelijk te maken.
Vreemd genoeg was het wel datzelfde bestuur dat aanklopte bij de getrouwde vrouwen als er ingevallen moest worden. Toen bleken deze opeens onmisbaar. Internationale Vrouwendag was nog niet uitgevonden, maar was wel heel hard nodig.
Plotseling krijg ik een helder inzicht. Volgende week wordt er gestaakt in het onderwijs. Een van de leidende items is het gebrek aan leerkrachten. Ik denk nu dat als er afgeroomd gaat worden, binnen de kortste keren er weer een bestuur op je stoep staat met de vraag of je alsjeblieft wilt invallen. Ik denk dan dat ik dat best zou willen, maar dan wel met een flinke bonus. Daarvan krijg je weer vet op de botten! Pas de problème.
En verder denk ik dat ik maar Internationale Vrouwendag ga vieren.
Ik mag er zijn, inclusief LB-schaal, wel of niet getrouwd.