Beneden ons, we zitten op een prachtige glooiende terrassencamping, zat een uitgelaten Duits gezin verzameld rond een biertafel. Dat riep bij ons meteen herinneringen aan vroeger op. Zo gingen wij ook ooit weg. Ook met een biertafel en een flink aantal pubers en kleintjes. Dat lijkt wat veel, was het ook, maar we gingen met twee gezinnen en kwamen zo uit op een aantal van negen kinderen. Met terugwerkende kracht vroegen wij ons af of wij met zijn allen ook zoveel herrie produceerden. Oei oei…
En toen we besloten tot enige romantiek en ons stormlampje aan deden, floepte er tegenover ons de feestverlichting aan. Hiervoor zaten we op een camping waarop om ons heen iedereen bedacht had zijn voortent te pimpen. Zodra de zon ter kimme neigde werd alles rondom ons verlicht door gekleurde bolletjes, gloeilampjes, priklampjes en wat je nog meer bij de Action kan kopen. Op een gegeven moment draaide iemand een lichtslang om een boom. Een overbuurman begon spontaan ‘de herdertjes lagen bij nachte’ zingen. En dan te bedenken dat iemand thuis al bedacht heeft datie dat in zijn koffer moet stoppen.
Het hedendaagse kamperen is op meerdere fronten wel even wennen.
Maar nu, nu is het geweldig. De buurmeisjes zijn tot bedaren gekomen, de Duitsers aan het fietsen en van feestverlichting is geen sprake. Het zonnetje schijnt heerlijk, straks eten we een stukje stokbrood en gaan we Plaatsje Bekijken. Ik verheug me nu al op vanavond. De meisjes zullen doodmoe in slaap vallen vanwege slaaptekort. De Duitsers hebben flink gefietst en zullen ook wel moe zijn en ik ga in mijn stoeltje gewoon met de rug naar de feestverlichting zitten, terwijl Peter het stormlampje aan steekt en een Frans worstje in dunne plakjes gaat snijden.
Man man, wat is kamperen toch fijn.