Ik voel me soms net dominee Gremdaat. Ik moet me, als ik me
zo voel, ontzettend bedwingen om niet te vragen ‘Herkent u dat….’. Er zijn
namelijk van die kleine ergernissen waarvan je denkt ‘dat moet toch iedereen
hebben en waarom wordt dat niet veranderd’? Ik kan me voorstellen dat het
allemaal nog een beetje vaag is. Laat ik een voorbeeld geven. Je wilt spaghetti
koken. Je hebt dat al honderd keer gedaan, maar je hebt ook al honderd
verschillende merken spaghetti in huis gehad. Dat betekent dat er ook honderd
verschillende kooktijden zijn. Iedere keer, maar ook werkelijk iedere keer tuur
ik me suf op zo’n pak om te ontdekken hoe lang de spaghetti dit keer moet koken.
Ik heb een dubbele frustratie, want ik denk altijd eerst dat ik het wel zonder
leesbril kan lezen. Nee, Jannet, dat gaat niet, dat ging niet en dat zal ook
wel nooit meer gaan. Zoek eerst je bril maar eens op. En dan heb je de bril,
maar dan staat de cottura zo verschrikkelijk klein, in het geel, op het plastic
gedrukt , dat het nog bijna niet te vinden, laat staan te lezen is. Ik heb een
zoon die niet eens meer op zoek gaat naar de kooktijd. Hij slingert gewoon een
spaghettisliert tegen de tegeltjes en alstie blijft plakken is het gaar. Maar
ik heb ooit al eens iets over mijn huishoudelijk talent geschreven. Als u het
gelezen hebt, kunt u zich voorstellen dat het niet verstandig is de werkwijze
van mijn zoon te volgen. Het vinden van de spaghettikooktijd op de verpakking
is dus een kleine ergernis.
Maar er zijn ook grote ergernissen! Hebt u daar ook wel eens
last van? Ik sprak mijn broertje vandaag over de telefoon. Hij is ondertussen
vader van een levendig gezin. En wij hadden het over opladers. Gaat er een bel
rinkelen bij u? Ik kan het ook hebben over oordopjes. Gaat er nog geen bel rinkelen
bij u? Nou bij mij dreunt er een heel carillon in mijn hoofd. In dit huis heeft
iedereen een smartphone en heeft iedereen een oplader. Bij u waarschijnlijk
ook. Maar het lijkt net alsof iedereen het op mijn oplader gemunt heeft. ‘Oh,
sorry, ligt nog bij Patrick’. ‘Had je hem meegenomen dan’, vraag ik, terwijl de
ergernis vanuit mijn tenen naar boven kruipt. Mijn zoon kijkt mij met verbaasde
ogen aan. Ik moet niet flauw doen, je kan toch best even een oplader lenen, c.q.
uitlenen? JA, ALLES KAN, maar van mijn oplader blijf je af! Ik kan het niet
uitleggen, maar van mijn oplader moet je afblijven. Mijn temperatuur nadert het
kookpunt.
Mijn broertje doet het beter. Hij is van de oplossinkjes en
van de hebbedingen. Zo verzint hij altijd overal een oplossing voor. Bij hem
zitten de snoeren van zijn computer bijvoorbeeld prachtig weggewerkt achter
randjes en plankjes. En in zijn schuur heeft hij allemaal ophangsystemen,
waardoor hij daar drie keer zoveel kan bewaren als een normaal mens dat kan. En
hij heeft handige dingen. Zo heeft hij een zakmes, met honderd onderdelen. Er
zit bijvoorbeeld een tandenstoker in en een schaartje en wat vooral handig is als je
spaghetti kookt, er zit ook een klein vergrootglaasje in. Waarschijnlijk is dat
bedoeld voor als je neigingen hebt om Amundsen na te gaan doen. Mijn broer is
een groot bewonderaar van Amundsen. Met het kleine loepje en wat schaarse
zonnestralen kun je tijdens je ontdekkingsreis in the middle of nowhere toch
een vuurtje fikken. Vervolgens kan je
met dat vergrootglaasje ook de kooktijd van de spaghetti lezen die je
daarna gaat koken. Een heel handig zakmes dus. Maar nu heeft hij iets nieuws en
hij is dolenthousiast. Hij heeft een heel handig hebbeding, een labelprinter!
En dat komt door de opladers. Het is een handig apparaat. Je kunt er een
sliertjes tekst uit laten komen. Dan staat daar bijvoorbeeld op ‘oplader
Joost’, of ‘computerkabel kamer’ en die
sliertjes plak je dan op de oplader, kabel et cetera.
En Joost denkt nu dat zijn probleem opgelost is. Ik heb het
ook even gedacht. Ik heb zelfs even er over gedacht om ook een labelprinter te
kopen. Maar die gedachte heb ik snel verworpen. Ik denk namelijk dat de
volgende ergernis op de loer ligt. In de eerste plaats ben ik bang dat ik de
lettertjes niet kan lezen en dat ik mijn bril weer niet vinden kan. En verder
geloof ik hardnekkig in de hardnekkigheid van mijn kinderen. ´Handig dat je
naam er op staat´, zullen ze denken en vervolgens gaat de oplader gewoon mee
naar boven, naar buiten, naar een vriend. Je naam staat er immers op.
Handig, dan weet je ook aan wie je hem terug moet geven. Bedankt mam!
Mijn temperatuur is weer beneden het kookpunt. Graag gedaan
jongen. De beste oplossing is in dit geval gewoon mezelf maar eens aanpakken.
Wees blij Jannet dat je een bril hebt, wees blij dat je kan kiezen uit honderd
soorten spaghetti, wees blij dat je een zoon hebt die je oplader van je
‘leent’. Het zijn gewoon de kleine ongemakken die bij het leven horen en ze
leveren je zo nu en dan een aardig telefoongesprek met je broertje op.
En nu moet ik stoppen want het volgende ongemak ligt op de
loer. De accu van mijn laptop is nog voor vier procent gevuld. Ik haal even
diep adem en tel tot drie en ga op zoek naar mijn oplader zonder plaksliertje.
Komt vast goed. Met dank aan mijn zoon, mijn broertje en
dominee Gremdaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten