vrijdag 28 augustus 2015

Hometrainer

Ik zit hier tegenover twee jongens die al een half uur lang een gesprek met elkaar voeren over voetbal. Zo  nu en dan doet die man van mij ook nog eens een duit in het zakje. De mannen zijn het erover eens dat Ajax het op hun kloten gaat krijgen in de komende competitie. U begrijpt dat ik aan heel wat taalvervuiling bloot sta en daarmee ook besmet word. Vandaar dat ik zonder reserve dit soort termen uit mijn toetsenbord ram.
Op zo´n moment mis ik mijn dochters. Als hier nu een dochter tegenover me zat, hadden we het heel beschaafd gehad over leuke vintage winkeltjes, terrasjes en een wasje dat nog gedaan moet worden. Helaas is dat niet het geval.
Nu zitten de jongens diep gebogen over de IPad. Soms wordt de telefoon erbij gehaald en gecontroleerd welke pot er nog meer gespeeld gaat worden in de uefa cup. Totdat mijn man mijn zoon streng maant om Dafne Schippers te zien finishen. En eigenlijk wilde ik daarover gaan schrijven, maar het voetbalgeweld was zo pregnant aanwezig dat deze ruwe diamant in de atletiek het hier aan tafel daar toch even tegen moest afleggen.
Tijdens de spannende finish van Dafne zat ik op een hometrainer bij de Fit4free. Terwijl ik zwetend de trappers naar beneden duwde, bekeek ik haar finish op het Tv-scherm dat tegenover mij aan de muur hing. Toen Dafne in haar laatste meters versnelde, kon ik het niet laten om ook te versnellen. Ik verbeeldde mij dat ik ietwat kon voelen wat Dafne op dat moment voelde. Dat schiep meteen een band. Op het moment dat zij met driehonderdste van een seconde verschil met nummer twee over de finishstreep eindigde, liet ik ook mijn trappers los en wilde gaan juichen. Verwachtingsvol keek ik om mij heen, maar ik zag mijn buurvrouw nog steeds stoïcijns roeien en in de hoek was een jong stel aan het gewicht heffen en had meer oog voor elkaar dan voor onze nieuwe wereldkampioen. Ik liet mijn armen, die ik al vrolijk omhoog gestoken had, schielijk zakken en kon nog net mijn overwinningskreet bedwingen. Sneu. Dafne haalt goud en ik vestig in de plaatselijke sportschool mijn persoonlijk record en iedereen gaat gewoon door alsof er niets gebeurd is.
Die atletiek heeft me de laatste dagen wel verbaasd. Terwijl in de zwemsport en in de schaatssport alles zo aerodynamisch mogelijk afgekleed moet worden, is de atletiek op een bepaalde manier glamourous. Ik zag dames met knalrode rastaharen, met blauwe haren, met lange nagels en er was er ook een die, net zoals sommige dames van middelbare leeftijd tegenwoordig doen met hun fietsmand, haar voorhoofd met plastic bloemetjes had versierd. Wel vrolijk, al denk ik dat dit zeker driehonderdste van een seconde kan schelen. Ik zag ook mannen met gouden kettinkjes, vlechtjes in het haar en tatoeages. Het mag allemaal gezien worden.
Best leuk eigenlijk. Maar als ik dan naar Dafne kijk, dan vind ik dat ook wel weer leuk. Zij loopt daar zo fris, zo frank en zo zonder toeters en bellen, dat zij gewoon wel móet winnen van mij. Aan al die dingen dacht ik terwijl ik met mijn rode hoofd ondertussen aan het crosstrainen was. Niks geen glamour, maar zweet, een handdoekje en een plastic spawaterflesje zonder etiket. Er is ook niemand die juicht voor mij, terwijl wat ik doe best knap is, als je leven lang nog niet aan sport gedaan hebt.
Hoewel er bij de Fit4free niemand voor mij juichte, wist ik dat ik wel een trouwe supporter heb. Die zit op dit moment met open mond naar de finish van Dafne Schippers te kijken. Maar ik weet zeker dat als het er op aan komt, hij net zo trots is op mij als op Dafne. En daarvoor hoef ik echt geen rode rasta haren te hebben en al helemaal geen plastic bloemetjes over mijn voorhoofd. Dafne hoeft dat niet en ik ook niet.
De jongens zijn ondertussen vertrokken. Ze hebben nog even het wedstrijdschema van de plaatselijke VV besproken. Zo zijn ook zij, net als ik weer neergedaald in het gewone dagelijkse leven. Uiteindelijk wint Berkum Twee het toch weer van Ajax, net zoals ik het win van Dafne Schippers. Jammer voor ze, maar zo gaat het. En ik kan niet anders zeggen: Het voelt zeer goed!

vrijdag 21 augustus 2015

Kookpunt

Afbeeldingsresultaat voor victorinoxmes met vergrootglas
Ik voel me soms net dominee Gremdaat. Ik moet me, als ik me zo voel, ontzettend bedwingen om niet te vragen ‘Herkent u dat….’. Er zijn namelijk van die kleine ergernissen waarvan je denkt ‘dat moet toch iedereen hebben en waarom wordt dat niet veranderd’? Ik kan me voorstellen dat het allemaal nog een beetje vaag is. Laat ik een voorbeeld geven. Je wilt spaghetti koken. Je hebt dat al honderd keer gedaan, maar je hebt ook al honderd verschillende merken spaghetti in huis gehad. Dat betekent dat er ook honderd verschillende kooktijden zijn. Iedere keer, maar ook werkelijk iedere keer tuur ik me suf op zo’n pak om te ontdekken hoe lang de spaghetti dit keer moet koken. Ik heb een dubbele frustratie, want ik denk altijd eerst dat ik het wel zonder leesbril kan lezen. Nee, Jannet, dat gaat niet, dat ging niet en dat zal ook wel nooit meer gaan. Zoek eerst je bril maar eens op. En dan heb je de bril, maar dan staat de cottura zo verschrikkelijk klein, in het geel, op het plastic gedrukt , dat het nog bijna niet te vinden, laat staan te lezen is. Ik heb een zoon die niet eens meer op zoek gaat naar de kooktijd. Hij slingert gewoon een spaghettisliert tegen de tegeltjes en alstie blijft plakken is het gaar. Maar ik heb ooit al eens iets over mijn huishoudelijk talent geschreven. Als u het gelezen hebt, kunt u zich voorstellen dat het niet verstandig is de werkwijze van mijn zoon te volgen. Het vinden van de spaghettikooktijd op de verpakking is dus een kleine ergernis.
Maar er zijn ook grote ergernissen! Hebt u daar ook wel eens last van? Ik sprak mijn broertje vandaag over de telefoon. Hij is ondertussen vader van een levendig gezin. En wij hadden het over opladers. Gaat er een bel rinkelen bij u? Ik kan het ook hebben over oordopjes. Gaat er nog geen bel rinkelen bij u? Nou bij mij dreunt er een heel carillon in mijn hoofd. In dit huis heeft iedereen een smartphone en heeft iedereen een oplader. Bij u waarschijnlijk ook. Maar het lijkt net alsof iedereen het op mijn oplader gemunt heeft. ‘Oh, sorry, ligt nog bij Patrick’. ‘Had je hem meegenomen dan’, vraag ik, terwijl de ergernis vanuit mijn tenen naar boven kruipt. Mijn zoon kijkt mij met verbaasde ogen aan. Ik moet niet flauw doen, je kan toch best even een oplader lenen, c.q. uitlenen? JA, ALLES KAN, maar van mijn oplader blijf je af! Ik kan het niet uitleggen, maar van mijn oplader moet je afblijven. Mijn temperatuur nadert het kookpunt.
Mijn broertje doet het beter. Hij is van de oplossinkjes en van de hebbedingen. Zo verzint hij altijd overal een oplossing voor. Bij hem zitten de snoeren van zijn computer bijvoorbeeld prachtig weggewerkt achter randjes en plankjes. En in zijn schuur heeft hij allemaal ophangsystemen, waardoor hij daar drie keer zoveel kan bewaren als een normaal mens dat kan. En hij heeft handige dingen. Zo heeft hij een zakmes, met honderd onderdelen. Er zit bijvoorbeeld een tandenstoker in en  een schaartje en wat vooral handig is als je spaghetti kookt, er zit ook een klein vergrootglaasje in. Waarschijnlijk is dat bedoeld voor als je neigingen hebt om Amundsen na te gaan doen. Mijn broer is een groot bewonderaar van Amundsen. Met het kleine loepje en wat schaarse zonnestralen kun je tijdens je ontdekkingsreis in the middle of nowhere toch een vuurtje fikken. Vervolgens kan je  met dat vergrootglaasje ook de kooktijd van de spaghetti lezen die je daarna gaat koken. Een heel handig zakmes dus. Maar nu heeft hij iets nieuws en hij is dolenthousiast. Hij heeft een heel handig hebbeding, een labelprinter! En dat komt door de opladers. Het is een handig apparaat. Je kunt er een sliertjes tekst uit laten komen. Dan staat daar bijvoorbeeld op ‘oplader Joost’, of ‘computerkabel kamer’ en die sliertjes plak je dan op de oplader, kabel et cetera.
En Joost denkt nu dat zijn probleem opgelost is. Ik heb het ook even gedacht. Ik heb zelfs even er over gedacht om ook een labelprinter te kopen. Maar die gedachte heb ik snel verworpen. Ik denk namelijk dat de volgende ergernis op de loer ligt. In de eerste plaats ben ik bang dat ik de lettertjes niet kan lezen en dat ik mijn bril weer niet vinden kan. En verder geloof ik hardnekkig in de hardnekkigheid van mijn kinderen. ´Handig dat je naam er op staat´, zullen ze denken en vervolgens gaat de oplader gewoon mee naar boven, naar buiten, naar een vriend. Je naam staat er immers op. Handig, dan weet je ook aan wie je hem terug moet geven. Bedankt mam!
Mijn temperatuur is weer beneden het kookpunt. Graag gedaan jongen. De beste oplossing is in dit geval gewoon mezelf maar eens aanpakken. Wees blij Jannet dat je een bril hebt, wees blij dat je kan kiezen uit honderd soorten spaghetti, wees blij dat je een zoon hebt die je oplader van je ‘leent’. Het zijn gewoon de kleine ongemakken die bij het leven horen en ze leveren je zo nu en dan een aardig telefoongesprek met je broertje op.
En nu moet ik stoppen want het volgende ongemak ligt op de loer. De accu van mijn laptop is nog voor vier procent gevuld. Ik haal even diep adem en tel tot drie en ga op zoek naar mijn oplader zonder plaksliertje.

Komt vast goed. Met dank aan mijn zoon, mijn broertje en dominee Gremdaat.

zaterdag 1 augustus 2015

Waslijntje

Ik zit op vijftig meter van mijn tent, tegen het washok aan, zachtjes op te warmen. Omdat ik zulke
koude voeten had, heb ik ook nog mijn Toms uitgeschopt en die vervangen door stevige wandelschoenen. Verontwaardigd kijk ik naar mijn hand. Ja hoor, een dooie vinger! Ik kijk naar onze tent die verschrikkelijk ombreux is neergepoot. Op deze camping kan dat ook bijna niet anders, want allemaal bomen. Maar het komt goed, de lucht is blauw, we hadden eventjes wifi, dus de krant is gedownload en de zon wordt krachtiger. 
Ik wil even terug naar die rare zinsconstructie van 'want allemaal bomen'. Hoe lelijk, maar ik kon toch geen duidelijker manier vinden om dit efficient uit te drukken. Wij zaten in de bus gisteren wat te mijmeren. Dat krijg je als de vakantie ten einde loopt. Zo vroegen we ons af of we ook iets gemist, dan wel teveel hadden kwa kampeerekwipment. Dat zeiden we ' kwa kampeerekwipment'. Zitten daar een neerlandicus en een taalmeisje het verschrikkelijkste Nederlands uit te braken dat je maar verzinnen kunt. Zo kun je schrikken van je zelf.
Maar om nu op die twee vragen terug te komen; nee, we waren niets vergeten, maar we hadden wel een totaal overbodig ekwipmentje meegenomen. Dat is namelijk een rode octopus. Aan zijn tentakels zitten wasknijpertjes en je kunt er zestien slipjes aan op hangen. Die octopus stamt nog uit de tijd dat er dochters mee gingen met van dat minimale textiel met een vlaggetje kant eraan. Roofgoed, dames en heren, roofgoed! Deze inktvis kon je dus in de tent hangen als je Plaatsje ging Bekijken en als je terug kwam had je nog steeds zestien drogende floddertjes in je bezit.
Nu gaan er geen dochters meer mee en voor het rechttoerechtaanondergoed van deze twee vijftigers volstaat een waslijntje van tentstok naar boom naar tentstok prima. Ik moet stiekem bekennen dat ik de constructie van een waslijntje eigenlijk nog het leukste van het hele tent opzetten vind. Ik toon me een ware dochter van mijn vader op dit gebied. Zelfs als er geen bomen in de buurt zijn, geen tentstokken meer over zijn, weet ik nog een waslijn te fabrieken. Zo heb ik ook een leuke constructie voor de vuilniszak. Iets met een scheerlijn en een s- haak. Nooit meer last van opengekrabde vuilniszakken. Peter weet hoe hij dit soort inventiviteit in stand moet houden. Hij geeft me dus regelmatig complimentjes, waarna hij zich weer verdiept in zijn gedownloade krant.
Het is warmer geworden. Peter heeft ondertussen de laatste schone korte broek tevoorschijn gehaald. Ik ga mijn stevige stappers verwisselen voor iets luchtigers. En dan komt het moment dichterbij dat ik mijn waslijn moet gaan ontknopen. Wij gaan morgen namelijk terug. Die ontknoping is altijd weer lastig, maar het gevoel dat alles afgelopen is, is nog lastiger. Ik wil namelijk helemaal niet terug. Ik wil niet voor de zoveelste keer De Kist in pakken. Ik wil niet het rammelde geluid van uitelkaar getrokken tentstokken in zak horen. 
Ik wil een waslijn, een plasje water onder in mijn koelbox, een navigatienegeerder, een zacht luchtbed, filterkoffie, een kledderig abrikozenbroodje en een volkomen overbodig kampeerekwipmentje als een octopus, desnoods nog iets textieligs met kant. Maar ik wil niet terug. Oh, wat verlang ik naar eeuwige kampeervelden, met grazig gras en een snelstromende rivier.
Ik vrees dat het voorlopig toekomstmuziek is.